- +011 64 18 90
- Grote Heide 14, 3910 Neerpelt
Anti-pestbeleid
Anti-pestbeleid: Werken aan een warme school
1. Inleiding
Weet je wat zo mooi is
aan een regenboog,
zo mooi is en bijzonder
aan dit hemelwonder?
Dat je alle kleuren samen ziet!
Samen en toch apart,
dat elke kleur zijn kleur mag zijn,
van zichzelf verwonderlijk,
maar dan samen nóg mooier
dan elk afzonderlijk.
Geert De Kockere
Dit gedichtje van Geert De Kockere zegt in het kort hoe we naar onze kinderen van onze school willen kijken. Iedereen mag zichzelf zijn ongeacht godsdienst, afkomst, ideologie, enz…. en toch willen we een samenwerking om te komen tot die WARME SCHOOL!
Kinderen spelen met elkaar en daarbij komt soms eens ruzie voor. Ruzie maken en oplossen hoort bij het leven. Het is noodzakelijk dat een kind hier af en toe mee geconfronteerd wordt, zodat hij zich in zijn latere leven op gepaste wijze kan gedragen in groep, in de samenleving. Dit gebeurt met vallen en opstaan. Wanneer dit lerend gedrag overgaat in pestgedrag, spreekt men van een probleem.
Pesten is een probleem over de generaties heen en van alle leeftijden. Pesten op school en elders…er wordt veel over de problematiek gesproken, maar er wordt misschien nog te weinig aan gedaan. Er worden helaas nog dagelijks kinderen gepest en er zijn ook kinderen die dagelijks pesten.
“Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.”
2. Plagen of pesten?
Plagen gebeurt spontaan, het duurt niet lang, is onregelmatig. Humor en aandacht vragen halen vaak de bovenhand. Bij dit ‘spel’ zijn de kinderen gelijk aan elkaar: niemand moet blijvend het onderspit delven. Plagen is niet altijd leuk, maar nooit bedreigend. Er is geen blijvende psychische of fysieke schade. Wat fout loopt wordt sneller rechtgezet.
Bij pesten is de dader sterker dan het slachtoffer. Het is dezelfde leerling die wint en dezelfde die meermaals verliest. Die laatste voelt zich eenzaam, verdrietig, onveilig. Directe pesters vernederen, schelden, dreigen, maken hun slachtoffer belachelijk, schoppen, slaan, duwen, vernielen spullen…
Indirecte pesters sluiten het slachtoffer uit met roddels en leugens. Ze zijn voorzichtiger, doen het geniepiger.
De toeschouwers, middengroep doen vaak niets uit angst om zelf doelwit te worden. Sommige kinderen helpen de pester, zij dragen mee verantwoordelijkheid.
Veel pesters schrikken als ze horen welke gevolgen hun gedrag heeft teweeggebracht.
Bij cyberpesten worden kwetsende of bedreigende teksten, foto’s, video’s op internet/chatprogramma’s zoals WhatsApp, Facebook, Snapchat, online games, … geplaatst.
Als men spreekt over cyberstalking dan blijft men doelbewust het slachtoffer op het internet lastig vallen.
3. Waarden en normen
Waarden en normen vormen het fundament van hoe we kinderen willen opvoeden, wat we hen willen meegeven naar het latere leven toe.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen omschrijft 5 opdrachten:
- Schooleigen christelijke identiteit
- Geïntegreerd onderwijsinhoudelijk aanbod
- Stimulerend opvoedingsklimaat en doeltreffende didactische aanpak
- Ontplooiing van ieder kind, vanuit een brede zorg
- De school als gemeenschap en als organisatie
In deze opdrachten voor het Katholiek Onderwijs en in ons eigen schooleigen opvoedingsproject zitten waarden en normen vervat die wij als school willen nastreven.
4. Preventie
☑️ Niveau 0: brede basiszorg
Op klasniveau
Werken aan een positief klasklimaat
Als leerlingen zich goed in hun vel voelen, zich veilig en verbonden voelen met elkaar stijgt het welbevinden en duiken er minder problemen op. Het onderlinge vertrouwen en de wederzijdse zorg voor elkaar dragen er toe bij dat problemen in een pril stadium in de kiem worden gesmoord.
Klasafspraken en gedragscode opstellen
Een aantal gedragsregels afspreken met de klas over gepast en ongepast gedrag. Het is een eerste stap naar het respectvol met elkaar omgaan.
Gevoelensbord
Kinderen mogen bij het binnenkomen (of doorheen de dag) hun magneetje plaatsen op het gevoelensbord, op deze manier peil je als leerkracht naar de gemoedstoestand van jouw leerlingen. Door dit regelmatig in de aandacht te houden, kan je ingrijpen voordat er zich onoverkomelijke problemen melden.
Lessen rond veilig internet
Cyberpesten is een fenomeen dat sinds enkele jaren alsmaar meer voorkomt.
Tijdens de lessen ICT wordt er vanaf het 3de leerjaar gewerkt rond veilig internet en cyberpesten en wat dit met zich meebrengt.
Het is goed om ook hier gedragsregels op te stellen over hoe je je gedraagt wanneer je je in de virtuele wereld bevindt, zodat cybercommunicatie een leuk middel blijft om met vrienden en vriendinnen om te gaan.
Megaproject in het 6e leerjaar
Dit project wil kinderen ondersteunen in hun zoektocht naar een ‘eigen goed antwoord’ op de ingewikkelde maatschappelijke uitdagingen waar zij voor staan. De inhoud van dit project wordt opgehangen aan 10 kapstokken: jouw eigen veiligheid, gebruik en misbruik van genotsmiddelen, omgaan met druk, bouwen aan je eigen persoon, assertiviteit… een antwoordstijl, stress… hoe ga je er mee om?, misverstanden, woordenwisselingen en ruzies, invloed van de media, het inschatten en nemen van risico’s, alternatieven.
Op schoolniveau
Leerlingen informeren en sensibiliseren
Bij de start van ieder schooljaar worden de afspraken op de speelplaats, middagpauze, …overlopen.
Vanuit elke klas zetelt een leerling in de leerlingenraad. Zij kunnen vanuit hun beleving de school info geven, voorstellen doen, meedenken over bepaalde problemen en mee zoeken naar oplossingen. Op deze manier voelen de kinderen zich betrokken bij het schoolgebeuren.
Ouders informeren en sensibiliseren
Bij de start van een nieuw schooljaar worden de ouders uitgenodigd op de algemene infoavond. Hier wordt de werking van de klas uitgelegd, maar ook worden de belangrijkste klas- en schoolafspraken overlopen en/ of herhaald.
Leerkrachten informeren en sensibiliseren
Bij de start van een nieuw schooljaar worden de afspraken en regels op onze school opgefrist.
Leerkrachten geven lessen rond sociale vaardigheden, deze lessen halen ze uit de kaften van ‘Onze klas, ons team, .
Leerkrachten zijn in de mogelijkheid om zich te professionaliseren door onderling in overleg te gaan, documentatie te lezen of een nascholing te volgen.
Andere initiatieven
Ieder schooljaar werken we een project uit waar de hele school aan meedoet, dit werkt verbindend. Regelmatig klas doorbrekend werken, zowel in de lessen als met activiteiten.
Beurtrolsystemen uitwerken voor wie het voetbalpleintje, de speeltuin mag gebruiken.
☑️ Niveau 1: verhoogde zorg
Signaleren en onderkennen van het probleem
Signalen:
- Plotse, onverklaarbare gedragsveranderingen
- Zich terugtrekken, onbereikbaar zijn
- Snel geïrriteerd raken, veel ruzie maken
- Angst voor lichamelijk contact, schrikreacties
- Zich niet kunnen concentreren en geen interesse meer hebben in het
klasgebeuren. - Vage lichamelijke klachten (buikpijn, hoofdpijn)
- Opmerkelijke daling van schoolprestaties
- Bedplassen, nachtmerries, slaapgebrek
- Angst voor bepaalde leerlingen en bepaalde plaatsen
- Opmerkelijk dicht in de buurt van de leerkracht blijven
- Met beschadigd materiaal thuiskomen zonder goede uitleg
Slechts zelden zal een slachtoffer zelf pesterijen melden. Dus is het aan de omgeving om hiervoor waakzaam te zijn. Het is belangrijk dat het pestprobleem volledig in kaart kan worden gebracht. Hierdoor moet het slachtoffer het gevoel krijgen dat het open mag en kan communiceren.
Wie kan hierbij een belangrijke rol spelen:
- slachtoffer
- ouders en familie
- leerkracht/ opvoeder (opvang)
- dader(s)
- medeleerlingen/ klasgenoten
- zorgleerkrachten/ zorgcoördinator
- directie
- CLB
Op welke manier en waar kunnen problemen gemeld worden:
Via gesprekken, hetzij rechtstreeks via informeel of formeel overleg, hetzij onrechtstreeks langs de telefoon of via e-mail:
- met klasleerkracht
- met zorgcoördinator
- met directie
In dit zorgniveau kunnen volgende acties genomen worden:
- verkennend gesprek met persoon die de melding doet
- gesprek met slachtoffer
- no-blame methode
- zoco/directie wordt ingelicht over de situatie:
- Afspraken maken met de pester – gepeste – meelopers over gedragsveranderingen (de naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week, voor een bepaalde periode, in een kort gesprek aan de orde).
- Gesprek met de ouders als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt gevraagd om i.s.m. de school een einde te maken aan het pestprobleem.
- De school legt de acties die ondernomen zijn n.a.v. het pestprobleem vast in het (digitaal) leerlingendossier.
- Zoco/directie vraagt info aan het CLB
- Zoco/directie bespreekt situatie met CLB
- Casus bespreken in (zorg)team school
Hoe verloopt de verdere communicatie (als nodig)?
- Ouders van pesters op de hoogte te brengen
- Blijvende communicatie tussen ouders en school
- Regelmatige feedback door leerling
- Regelmatige feedback door medeleerlingen
Bijsturingen bij blijvende problematiek:
- Start niveau 2: uitbreiding van zorg
☑️ Niveau 2: uitbreiding van zorg
Het CLB wordt ingeschakeld. De school bekijkt samen met het CLB de huidige stand van zaken en hoe de verdere aanpak kan zijn. Dit wordt in een multidisciplinair overleg besproken (leerkracht, zoco, directie, CLB). Het kind staat centraal en is ook een gesprekspartner. Indien nodig wordt een gesprek gepland met ouders.
Verdere aanpak kan zijn:
- Opstart externe begeleiding voor sociale vaardigheidstraining
- Inschakelen deskundige externe hulp
- …
☑️ Niveau 3: overstap naar een school op maat
Nadat alle maatregelen uitgeprobeerd zijn, kan er overgegaan worden naar fase 3 van het zorgcontinuüm en kan door de school de geldende tuchtprocedure opgestart worden (zie schoolreglement)!
In het uiterste geval kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
Consequenties
De straf is opgebouwd in 5 fases; afhankelijk hoelang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag.
Eén of meerdere pauzes binnen blijven.
Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn.
Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem.
Door gesprek: bewustwording voor wat hij/zij met het gepeste kind uithaalt. Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.
Een gesprek met de ouders
De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde
aan het probleem te maken.
De school heeft alle activiteiten vastgelegd en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
Deskundige hulp inschakelen
Bij aanhoudend pestgedrag kan er deskundige hulp worden ingeroepen. De schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk.
In andere groep plaatsen
Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school.
Schorsing
In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
Conclusie
Omdat wij een verantwoordelijkheid hebben tegenover de kinderen om een veilige leeromgeving te scheppen, is het belangrijk dat we accuraat en effectief kunnen reageren op pestgedrag.
Wij willen als school deze problematiek onder ogen zien en structureel aanpakken om ervoor te zorgen dat “pesten” tot een minimum gereduceerd wordt.
Onze school wil de leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, een omgeving waarin zij zich op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen.
Ons pedagogisch project is duidelijk, we willen elke leerling optimale (leer) kansen bieden. Als we echt om elke leerling geven, betekent dit ook dat we hen moeten helpen als ze in de knoop zitten.
Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels/ afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan.
Angst en geweld benadelen leerlingen en leerkrachten. Het tast de klas- en schoolsfeer aan. Dit alles versterkt het gevoel van onveiligheid en haalt het leer- en werkplezier onderuit.
We mogen van jonge mensen niet verwachten dat ze perfect zijn. Als ze in de fout gaan, moeten we hen helpen om hun problemen goed op te lossen.
We moeten van iedereen veerkrachtige mensen maken, zodat iedereen durft aangeven als het mis gaat. Enkel op deze manier kunnen we snel reageren en kunnen we de schade zoveel mogelijk beperken en herstellen. Dit kunnen we door preventief te werken, want ‘voorkomen is beter dan genezen’.
Tips voor ouders van gepeste kinderen
- Heb aandacht voor de signalen bij je kinderen: lusteloosheid, niet graag naar school gaan, slapeloze nachten, overgevoeligheid, teruggetrokken zijn, stil zijn, buikpijn, …
- Neem hun verhaal ernstig en geef hen de kans hun beleving te verwoorden of uit te drukken.
- Stel bijkomende vragen om goed zicht te krijgen op de situatie.
- Luister actief.
- Laat het kind eventueel dingen noteren of tekenen.
- Ga het probleem niet uit de weg.
- Veranderen van klas of school is zelden een goede oplossing.
- Minimaliseer het probleem niet. Het zal niet vanzelf overgaan.
- Hou rekening met een verwerkingsproces na de pesterijen.
- Contacteer de school en spreek over het probleem.
- Respecteer dat de leerkracht niets heeft gezien. Pesten gebeurt meestal stiekem.
- Beschuldig niemand.
- Vraag naar hulp om het probleem samen aan te pakken.
- Maak afspraken i.v.m. de aanpak.
- Beklemtoon de positieve eigenschappen van je kind en blijf het positief bekrachtigen.
- Vermijd overbescherming.
- Respecteer de mening van je kind i.v.m. tussenkomen.
- Los niet alle problemen voor je kind op maar zoek samen naar duurzame oplossingen.
- Bedenk samen met je kind alternatieve reacties.
- Leer het bij sport creatief reageren.
- Leer je kind gepast reageren en evalueer de doeltreffendheid van de reacties.
- Praat NIET zelf met de pester of met de ouders ervan.
- Meestal verergert dit de zaak.
Tips voor ouders van pestende kinderen
- Tolereer het negatieve gedrag van je kind niet.
- Reageer consequent.
- Stel duidelijke grenzen en volg die consequent op.
- Straf kan nodig zijn, maar overdrijf niet en leg uit waarom je straft.
- Neem de problematiek ernstig en win informatie in over de situatie bij de betrokkenen.
- Ga in gesprek met je kind en hou het gesprek gaande.
- Confronteer uw kind met de gevolgen van zijn gedrag.
- Maak duidelijke afspraken.
- Hou controle op de vriendengroep van je kind.
- Neem contact met de school en zorg voor een open communicatie.
- Respecteer dat de leerkracht niets heeft gezien. Pesten gebeurt meestal stiekem.
- Beschuldig niemand.
- Doe dingen samen met je kind en stimuleer zijn talenten.
- Doe samen aan sport en vermijd competitie.
- Stimuleer deelname aan verenigingsleven, jeugdbeweging, academie,…
- Denk kritisch na over mogelijke oorzaken van het pestgedrag van je kind.
- Een probleem in de thuissituatie. (bv. Agressief gedrag dat niet aan banden wordt gelegd, te weinig aandacht)
- Een voortdurend gevoelde anonimiteit bij je kind waardoor de drang ontstaat om belangrijk en gezien te zijn.
- Een niet-passende rol moeten spelen.
- Een voortdurende competitiedrang.
- Strijd om de macht in de klas.
- Een niet-democratische klimaat thuis, op school, …
- …
Navigatie
Vrije dagen 2024-2025
4 oktober : Pedagogische studiedag
28 oktober – 3 november : herfstvakantie
5 december : Pedagogische studiedag
6 december : Facultatieve vrije dag
23 december – 5 januari : kerstvakantie
5 februari : Pedagogische studiedag
3 maart – 9 maart : krokusvakantie
7 april – 21 april : paasvakantie
1 mei : Feest van de arbeid
2 mei: Facultatieve vrije dag
29 mei : O.L.H. Hemelvaartdag
30 mei : Brugdag
9 juni : Pinkstermaandag